Programma 11. Financieel solide

We streven er naar om de lokale lastendruk minimaal € 22,50 onder het landelijk gemiddelde te houden. Dit uitgangspunt staat onder druk door hogere kosten van afvalinzameling. Om te komen tot een kostendekkend tarief voor de afvalstoffenheffing moet het tarief voor het jaar 2021 stijgen met circa € 51 (inclusief nieuw beleid). Dit is een verhoging van 18% (dit is een gemiddelde stijging en afhankelijk van de containersamenstelling).

We verhogen de OZB in 2021 met de inflatie, zijnde een percentage van 2,25.
Daar bovenop verhogen we de OZB voor 2021 extra met 5%. Dit betekent een extra opbrengst van € 969.000. Deze verhoging is conform de vastgestelde prioriteitennota nodig om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting.  
Afhankelijk van landelijke ontwikkelingen verwachten we dat de lokale lastendruk onder het landelijke gemiddelde blijft. Het exacte bedrag kunnen we pas bepalen nadat bekend is hoe andere gemeente stijgen in lastendruk in 2021. De norm van € 22,50 onder het landelijke gemiddelde komt hoe dan ook onder druk te staan.
Daarnaast willen we de gewenste opbrengst voor de gemeente tegen zo laag mogelijke uitvoeringskosten verkrijgen. De Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB) voert de belastingtaken voor ons uit. De portefeuillehouder financiën is lid van het dagelijks bestuur.

De gemeenteraad stelt de belastingverordeningen vast. Gemeenten kunnen alleen belastingen innen die in de Gemeentewet zijn opgenomen. Een aantal heffingen (bijvoorbeeld riolering en afval) mag maximaal kostendekkend zijn. Het beleid is hier ook op gericht. Het college is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Mede-overheden gebruiken de waardering ook. De Waarderingskamer houdt toezicht op de kwaliteit van de uitvoering van de Wet WOZ.

• Beheerste lastendruk

De lokale lastendruk in 2020 is als volgt:

De ontwikkeling naar 2021 is afhankelijk van ontwikkeling bij andere gemeenten. Zie ook paragraaf lokale heffingen.