Programma 10. Besturen in verandering van tijden

In alle programma's laten we 3 overkoepelende thema's terugkomen omdat we hier op alle beleidsvelden op inzetten. Het gaat om duurzaamheid, meer ruimte voor de samenleving en digitalisering & standaardisering.

Duurzaamheid
Activiteiten:

We blijven als gemeente Oss herkenbaar op het gebied van de Global Goals. Deze Sustainable Development Goals zijn verankerd in de beleids- en beheerscyclus en zijn uitgangspunt bij grote opgaven.
We houden bij aanbestedingsprocedures rekening met duurzaam gebruik van grondstoffen, energieverbruik en sociale aspecten (social return). Dat geldt ook voor onze eigen bedrijfsvoering, zoals gebouwenbeheer, wagenpark en catering.
Vanuit de doelstellingen van de Participatiewet, specifiek de banenafspraak, creëren we functies voor specifieke doelgroepen, onder andere door het aanpassen van takenpakketten (jobcarving).

De global goals die bij dit programma horen zijn: Gendergelijkheid, fatsoenlijk werk en gezonde economie, ongelijkheid verminderen, vrede, veiligheid en gerechtigheid en partnerschappen om doelen te bereiken.

Meer ruimte voor de samenleving
Programma 10 bestaat uit diverse onderdelen. Zo is bij het programma Schadewijk het samen met de inwoners optrekken een wezenskenmerk. Het hele programma is doordrenkt van aansluiten bij en versterken van inwonerkracht. Bij de woningbouwopgave, bij de samenlevingsopbouw, bij veranderingen in de openbare ruimte.
Bij het Publiekscentrum proberen we aan te sluiten bij de wensen van de samenleving: meer digitaal mogelijk maken, zodat inwoners “zaken met ons kunnen doen” wanneer het hen uitkomt en niet gevangen worden in onze openingstijden. Daarnaast vragen wij permanent feedback op onze dienstverlening, zodat we continue de opmerkingen en suggesties kunnen verwerken in ons werk.
Bij het programma Weerbare organisatie zoeken we de balans tussen dienstverlening/meer ruimte voor de samenleving en veiligheid/integere besluitvorming. Dat is geen wiskundige balans, maar in de praktijk vinden we uit waar meer ruimte voor de samenleving mogelijk is en waar we de grens trekken.  
De bedrijfsvoeringsonderdelen hebben over het algemeen nauwelijks tot geen contact met onze inwoners, ondernemers of maatschappelijke organisaties. Hun doel is aansluiten bij de collega’s die werkzaam zijn in de primaire processen en de signalen die ze daar krijgen verwerken in prima ondersteuning. Zij ontzorgen hun collega’s zodat deze zich kunnen richten op uitstekende dienstverlening.

Digitalisering & standaardisering

P&O digitaliseert met behulp van Motion diverse werkprocessen.
Het postproces wordt gedigitaliseerd.
De financiële administratie voert op onderdelen vormen van robotisering in.
P&O voert HR 21 in, een generiek functiegebouw dat inmiddels in 270 overheidsorganisaties wordt toegepast.

N.v.t.

1. Kracht van de samenleving (2014/2015)
2. Het verhaal van de organisatieontwikkeling: film (2017)
3. Koersdocument Drie keer Drie (2018)
4. Sturingsmodel gemeente Oss (2019)
5. Visie op online dienstverlening (2017)
6. Visiebrief digitale overheid 2017
7. Position paper 'Oss en de regio 2015-2020' (2015)
8. Digitale agenda 2020: een collectieve (landelijke) digitale agenda dienstverlening en informatiebeleid 2020
9. Duurzaamheidscirkel Oss (2015)
10. Kader internationalisering (2017)
11. Publicaties vanuit Krachtig bestuur in Brabant: ‘Leiderschap en dienstbaarheid: Samen op weg naar een (Veer)krachtig Bestuur voor Brabant’, ‘Naar indicatoren voor regionale samenhang, de bijdrage van landschaps- en cultuurgeschiedenis’, ‘Brabantse Netwerken’ en ‘De veranderende geografie van Nederland’.
12. Agrifood Capital: Agenda richting 2020
13. Brainport 2020 agenda
14. Economische ambities 2014-2020
15. Verordening binnengemeentelijke democratie
16. Profiel van de wijk- en dorpsraden
17. Invloed gemeenteraad op regionale samenwerking, raadstraject

In de volgende tabel geven we de verplichte indicatoren vanuit waarstaatjegemeente.nl weer. Om de cijfers van Oss te kunnen plaatsen hebben we daarnaast een referentiemeting opgenomen. We gebruiken hiervoor de gemiddelde waarde van gemeenten in de grootteklasse van 50.000 tot 100.000 inwoners.