Risico en beheersmaatregel | S/I [1] | Impact | Kans | Risicobedrag (impact x kans) |
---|
Gevolgen richtlijnen CROW voor bodem | S | € 300.000 | 75% | € 225.000 |
---|
Risico Op 1 juni 2017 zijn de richtlijnen CROW P132 (werken in of met verontreinigde grond en of grondwater) CROW P307 (kabels en leidingen in verontreinigde bodem) en CROW 400 (werken in of met verontreinigde bodem) gepubliceerd. De herziening van de CROW 400 is december 2017 gepubliceerd en, na een overgangstermijn van een jaar, is deze van 1 januari 2019 uitsluitend nog van toepassing. Na de wettelijke overgangstermijn van een jaar wordt er door de aannemers (lees grondroerders), die werkzaamheden uitvoeren, vanaf april 2020 strenger toegezien op het aanleveren van bodemgegevens in de vorm van een bodemrapport waarin ook de veiligheid en gezondheidsrisico’s (V&G rapportage) worden opgenomen. De consequenties van het vaststellen van deze richtlijnen waren tot nu toe niet te overzien. De basis voor de CROW richtlijnen komen voort uit Arbowet art. 3 en 4,2 en 4,2 derde lid van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Aannemers moeten zich houden aan regels en voorschriften voor het werken in verontreinigde grond. Maar de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de grondroerders ligt ook bij de grondeigenaar ic opdrachtgever (lees Gemeente Oss), art. 10 Arbobeleid (voorkomen van gevaren voor derden). Door de strenge naleving door aannemers wordt van de gemeente het volgende verwacht: - Op basis van de V&G rapportage bepaalt een hoger veiligheidskundige (gemeente), op basis van de risico’s, welke persoonlijke beschermingsmiddelen de grondroerders bij de uitvoering van hun werkzaamheden moeten dragen;
- De gemeente Oss moet bodeminformatie rapporteren. Met deze informatie kunnen, risico gestuurd en locatie specifiek, de maatregelen worden vastgesteld voor het werken met verontreinigde grond. In een overgangsperiode is dit door grondroerders zelf verzorgd, maar nu deze voorbij is staat de gemeente zelf aan de lat.
Het raadplegen en rapporteren van bodeminformatie en het vaststellen van de veiligheidsmaatregelen brengt aanzienlijke meerkosten met zich mee bij projecten zoals het vervangen van openbare verlichting. De kosten voor Oss voor 2021 worden structureel geraamd op € 250.000 tot € 300.000. Het bedrag is een inschatting op basis van inspanning (aannemers) en formatie(IBOR). De komende maanden onderzoeken we wat de werkelijke structurele kosten zijn. Beheersmaatregel De komende maanden onderzoeken we de gevolgen van de richtlijnen, richten het proces in en brengen we de definitieve kosten in beeld. Het betreft hier wettelijke verplichtingen(ARBO-wet). Het is nog onduidelijk wat de extra kosten zijn die aannemers voor deze maatregel gaan berekenen ten zien van de extra belasting op de uitvoering van de werkzaamheden. |
[1] In deze kolom is aangegeven of het risico naar verwachting een structureel of incidenteel effect heeft. In het geval van een structureel risico geven we de bedragen per jaar weer.